In de pers

Reformatorisch Dagblad;  30-12-2017 | Mariëlle van Oussoren
Uit artikel: Kinderboekenseries, blijvend populair.

Hoe is het voor een 14-jarig meisje om op te groeien in een pleeggezin? Isabel uit ”Je bent mijn moeder niet!”, het eerste deel in een meidenserie, heeft het erg naar haar zin bij ‘tante’ Fem, maar zou het liefst bij haar echte moeder wonen. Ze besluit te gaan logeren. Vinchy –zo noemt ze haar moeder– zal vast veranderd zijn. Anja Bout-Monteau schildert secuur hoe het is om zo’n onvoorspelbare en instabiele moeder te hebben, die overigens ook lieve buien heeft. Tijdens de logeerweek denkt Isabel vaak terug aan haar jeugd. De lezer krijgt die flarden voorgeschoteld in mooie flashbacks. Dit meisjesboek, dat qua uitwerking boven veel genregenoten uitsteekt, maakt pijnlijk duidelijk hoeveel narigheid een moeilijke jeugd met zich meebrengt. Ook laat het zien wat de waarde van echte vriendinnen is, zeker in contrast met de foute jongens uit Vinchy’s kennissenkring.

 

Een avontuurlijk verhaal hoeft een goede schrijftechniek natuurlijk niet in de weg te staan. Zo weet Anja Bout-Monteau diverse flashbacks in haar meidenboek ”Je bent mijn moeder niet!” te verweven. Niet gekunsteld, maar prima ingebed in het verhaal.

 

Reformatorisch Dagblad;  03-01-2011 09:45 | Mariëlle Oussoren-Buys

Realtones en scooterjeugd

9789033609459Jongeren geven heel makkelijk geld uit, merkt Anja Bout-Monteau. Daarom stipt ze het onderwerp aan in haar nieuwste boek. Maar het boek draait vooral om vriendschap. „Ik wilde nu graag een thema neerzetten dat breed speelt.”

Twee meidenboeken schreef Anja Bout-Monteau inmiddels. Verscheen vorig jaar ”De V van Veerle”, sinds kort ligt ”Vriendschap fase 2” in de winkel. Ze blijft ook in dat genre, wat haar betreft. „Toen de uitgever me twee jaar geleden vroeg een boek te schrijven, wist ik meteen: dan wordt het voor meiden.” Ze heeft er zelf drie van, inmiddels in de leeftijd van 13, 18 en 20 jaar.

Maar ook in haar werk komt de 49-jarige auteur met hen in aanraking. Bout geeft een dag in de week les op het praktijkonderwijs aan het Driestar College in Gouda. Zeker haar eerste boek sluit aan bij haar werkomgeving. Het is een portret van het meisje Veerle, dat een negatief zelfbeeld heeft vanwege haar lage schoolniveau. In haar tweede boek wilde Bout onderwerpen uitdiepen die spelen onder het gros van de jongeren. Het werd afbrokkelende en opbloeiende vriendschap, worstelen met je uiterlijk, en geldverspilling.

”Vriendschap fase 2” gaat over de veertienjarige Emma. Samen met Merlijne, Nick en Stef vormt ze een gezellige vriendengroep. Als Merlijne naar Amerika verhuist en Stef andere vrienden vindt, verandert er veel in Emma’s leven. Ze raakt in een dip, waardoor onder meer haar uitgavenpatroon verandert.

Waarom die aandacht voor geld?

„Geldverspilling heb ik heel duidelijk naar voren willen laten komen omdat het zo actueel is. Jongeren geven heel makkelijk geld uit aan, en ook via internet. Ik heb vooral willen aangeven dat er zo veel niet-nuttige zaken zijn waaraan je je geld kunt uitgeven.”

U sluit uw ogen niet voor de jongerencultuur van dure mobieltjes met realtones, scooterjeugd en aandacht voor het uiterlijk. Hoe ver wilt u gaan?

„Meer extreme dingen –zoals een bepaalde uitgaanscultuur, zuipen, en niet-wenselijke zaken op seksueel gebied– zou ik in een boek misschien nog wel subtiel noemen, omdat het gewoon gebeurt. Maar ik zou er nooit uitgebreid over schrijven. Een van mijn doelen is jongeren te laten ervaren hoe bepaalde zaken voelen. Bijvoorbeeld, zoals hier, om je beste vriendin te verliezen en in een dip te raken. Het Bijbels verantwoord leven wil ik er in mijn boeken niet bovenop leggen, maar het moet wel een rol spelen.”

„Boven op de schuimkoppen danste één woord als een zwart zeemonster zijn onheilspellende dans: geld.” U gebruikt graag beelden, blijkt in het boek.

„Ik denk dat ik dat in ”De V van Veerle” meer heb gedaan. Een van de kritiekpunten was toen dat het boek te moeilijk was. Anderzijds: ik schrijf voor vmbo’ers en vwo’ers. Ik denk zeker dat leerlingen die iets met taal hebben het wel begrijpen en waarderen.”

Emma vindt een baantje in een anthuriumkas. Dat doet denken aan uw woonplaats Moerkapelle.

„Jazeker. Ik merk dat je beter kunt schrijven als je iets concreets voor ogen hebt. Mijn eigen dochters werkten ook in de kassen. Iemand heeft me er voor dit boek rondgeleid en me precies laten zien wat scholieren wel en niet mogen doen. En dan ga je nog heel snel in de fout. „Ze praatten boven het geluid van de machines uit”, had ik opgeschreven. Hoorde ik later dat ze bijna geen geluid maken!”

Vriendschap fase 2, Anja Bout-Monteau; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2010; ISBN 978 90 336 0945 9; 192 blz.; € 9,95.

 

—————————

 

Hart van Nederland 01-01-2010 

Moerkapelle – ‘Veerle zit in de derde klas van het praktijkonderwijs. Ze vindt het lastig om te accepteren dat ze niet zo goed kan leren als veel andere jongeren. Ze vindt zichzelf een slome.’1001004007161576

In november verscheen ‘De V van Veerle’, het debuut van Anja Bout-Monteau. Het is haar eerste boek, maar ervaring met schrijven en gepubliceerd worden heeft ze al langer.
Ze begon zestien jaar geleden met het schrijven van korte verhalen, die geplaatst werden in tijdschriften als Terdege en de Gezinsgids. Vanwege haar verhalen in Daniël, een jongerenblad van de Gereformeerde Gemeente, werd Anja door uitgeverij De Banier gevraagd een boek te schrijven. ‘Ik heb toen eerst bedenktijd gevraagd. Natuurlijk denk je er wel eens over, maar een boek is toch een hele stap.’ Uiteindelijk sprak ze met de uitgever af drie hoofdstukken te schrijven en een opzet te maken en daarna te beslissen of ze er mee door wilden gaan. ‘Ik wist in ieder geval dat ik wilde schrijven voor meisjes in de leeftijdsgroep van twaalf tot vijftien jaar. Ook wilde ik een onderwerp kiezen waar ik iets mee heb. Ik werk ”n dag per week op het PRO van de Driestar in Gouda, een afdeling voor kinderen die moeite hebben met leren. Het onderwijs op onze school is er op gericht de kinderen op te leiden om zoveel mogelijk zelfstandig te zijn op het gebied van wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Ik vond het mooi om een leerling van die afdeling voor het voetlicht te halen. En nu eens niet iemand met ADHD of autisme. Ik wilde schrijven over een kind dat moeilijk kan leren, maar ook gewoon een meisje is als alle andere meisjes van die leeftijd.’ In november vorig jaar begon Anja met schrijven. ‘Nog voor de Kerst heb ik de eerste drie hoofdstukken opgestuurd. Ze waren er enthousiast over en we hebben besloten door te gaan. ‘Ik heb een leuke redacteur en kreeg prettige feedback. Ik stuurde iedere keer ”n of twee hoofdstukken en kreeg dan opmerkingen terug. Het was echt schrappen en schaven. Soms schreef ik in ”n dag bladzijden vol en soms was het zoeken naar de juiste woorden. Er zit een heel ambachtelijke kant aan schrijven.’ Het ontwerpen van de voorkant was een heel proces. ‘Er is een zekere mode daarin. Op dit moment zie je veel boeken waar op de voorkant de hoofdpersoon groot afgebeeld staat in een bijna fotografische stijl. Dat vind ik wel mooi en daar hebben we bij mijn boek dus ook voor gekozen. Ik mocht zelf mijn voorkeur voor een illustrator aangeven. Ik heb bij mijn jongste dochter in de boekenkast gekeken en gevraagd of Bas Mazur het mocht en wilde doen.’ Het ontwerp had ook weer invloed op de inhoud van het boek. ‘Hij had sneeuw getekend, terwijl ik in de betreffende scene wel geschreven had dat het koud was, maar niet dat het sneeuwde. Daar heb ik de tekst toen op aangepast.
‘ Over de voornaam van de hoofdpersoon is lang nagedacht. ‘Ik had eerst een andere naam, maar de uitgever vond die te ouderwets. De tweede naam die ik verzon was al gebruikt in een ander boek dat in dezelfde periode heruitgegeven is. Ik vind Veerle een heel lieve naam, die goed bij de hoofdpersoon past.’ Hoewel de hoofdpersoon een kind is met leerproblemen is het boek niet specifiek voor deze kinderen geschreven. Het thema is dan ook voor alle meisjes van die leeftijd herkenbaar. ‘Het thema is: weten wat je talenten zijn en die ook gebruiken, leren accepteren dat je bepaalde talenten niet hebt en anderen wel, richten op wat je wel kunt. Dat staat heel dicht bij me. Veerle is niet gebaseerd op ”n persoon, maar ik zag wel bepaalde leerlingen voor me toen ik het schreef.’ Toch is het vooral een spannend en herkenbaar boek voor meisjes. ‘Ik vond het belangrijk dat er wel een thema en een boodschap in het boek zit, maar het moet er niet te erg bovenop liggen.

Geertrude Verweij

De V van Veerle – Anja Bout-Monteau – ISBN 978 90 336 0698 4 Verkrijgbaar bij christelijke boekhandels in de regio.

 

—————————

 

Jongerenblad Daniël mei 2011

Schrijfster Anja BoutMonteau: De opzet schrijf ik meestal gewoon met pen

Een boek schrijven is geen kleinigheid. Eerst moet je hard werken, daarna zit je in spanning of jouw verhaal wel gewaardeerd wordt. Esmeralda van Dijke en Jenine Mulder stellen vragen aan schrijfsterAnja BoutMonteau. Haar tweede boek werd pas uitgegeven: Vriendschap fase 2.

Schreef u vroeger ook al?
“Als kind schreef ik nog geen verhalen, maar als ik bijvoorbeeld op kleinere kinderen moest passen, vertelde ik wel vaak een verhaal. Vanaf 1995 schrijf ik wel verhalen, onder andere voor Daniël. En nu heb ik dus twee boeken uitgegeven.”

Waar en wanneer schrijft u?
“De opzet voor een kort verhaal of boek schrijf ik meestal gewoon met pen op papier. Het ‘echte schrijven’ doe ik op zolder, achter de computer en het liefst overdag.”

Waar doet u inspiratie op voor uw boeken?
“Ik zie dingen om me heen of hoor iets in het nieuws en als het me een geschikt onderwerp voor een verhaal lijkt, onthoud ik dat. Voor ik aan Vriendschap fase 2 begon, was het onderwerp ‘geldproblemen onder jongeren’ regelmatig in het nieuws. Ook geef ik les op een school en daar hoor je natuurlijk ook veel. De informatie die ik opvang, probeer ik dan op een of andere manier terug te laten komen.”

Waarom hebt u het boek Vriendschap fase 2 geschreven?
“Ik wilde dit keer een boek schrijven met een hoofdpersoon in wie veel meisjes zich makkelijk konden inleven. Emma, die in havo 3 zit, raakt haar beste vriendin, die ze al jaren heeft, in één klap kwijt. Ook Stef maakt zich los van de vriendengroep. Om Nick als vriend te houden past ze zich aan aan zijn bestedingspatroon. Daardoor komt ze in geldproblemen. In zulke omstandigheden kan iedereen terecht komen. Al lezend kun je je afvragen wat jij zou doen in zo’n situatie.”

Heeft u de dingen die in de boeken gebeuren zelf verzonnen of heeft u ze zelf meegemaakt?
“Ik verzin ze wel zelf, maar er zitten vast een heleboel dingen in die met mijzelf te maken hebben. In mijn eerste boek De V van Veerle bijvoorbeeld, laat Veerle op school een konijn ontsnappen. Pas als het beestje uitgeput raakt, kan hij gepakt worden. Iets dergelijks is hier thuis ook wel eens gebeurd.”

Bestaat het meisje op de voorkant echt?
“Het is geen bestaand meisje. Het is door een tekenaar getekend. Ik had van te voren aangegeven dat ze ‘groot’ op de voorkant zou staan en dat ze een shirt met een spijkerjasje zou dragen.”

De gepimpte aula wordt goed beschreven. Je ziet ‘m in gedachten voor je. Is het moeilijk om zulke ruimtes te verzinnen?
“Het verzinnen vind ik niet zo moeilijk; het beschrijven best wel. Je hebt het zelf wel in je hoofd, maar nu moet je het nog overbrengen op de lezer..”

Komt er nog een vervolg op Vriendschap fase 2?
”Dat weet ik nog niet. Soms speelt die gedachte wel door mijn hoofd. In elk geval komt er dit jaar geen boek van mij uit. De komende maanden wil ik gaan nadenken over een eventueel volgend boek…”

Hoe verwerkt u het christelijke aspect in uw boeken?
“Dat moet niet apart van het verhaal staan. Het is erin verweven als een vanzelfsprekendheid. Bij Emma zie je dat bijvoorbeeld terug als ze nadenkt over haar geldbesteding. Ze probeert zichzelf wijs te maken dat ze geld heeft geleend van haar moeder in plaats van gestolen en dat haar gedrag dus niet in strijd is met het achtste gebod. Ze betaalt het geld ook wel terug, maar het zit haar toch niet lekker. In de manier hoe ze daarover nadenkt, lees je iets over haar christen-zijn.”


Vriendschap en geldbesteding
Wie heeft er na de zomervakantie, als het weer nog prachtig is, zin om weer naar school te gaan? Emma en haar vrienden in elk geval niet. Gelukkig heeft Emma’s vader na schooltijd een goed idee, want hij steekt de barbecue aan en Emma’s vrienden mogen ook blijven eten.
Maar dan komt Merlijne met nieuws: haar vader moet voor zijn werk naar Amerika en zijn gezin mag mee. Emma vindt dat helemaal niet leuk, maar Merlijne belooft dat ze blijft bellen en schrijven.
De afstand is echter te groot en het contact verwatert.
Ook Stef maakt zich los van de vriendengroep. Nu blijven Nick en Emma nog over. Emma zoekt haar troost in leuke aankopen en is al snel door haar geld heen. Als oplossing gaat ze lenen van haar familie en vrienden, maar ze kan dit niet direct terugbetalen. Nick helpt haar aan een baantje in de kassen en daar ontmoet ze Ruben en Sophie met wie ze bevriend raakt.
Ondertussen start Emma’s school een project met de naam ‘Pimp je aula’. Emma wil hier graag aan meedoen, samen met Nick en Lize. Samen zorgen ze voor een leuke aula. Aan het einde van het verhaal heeft Emma al haar schulden afbetaald en gaat ze verder met haar nieuwe vrienden.

Anja BoutMonteau, Vriendschap fase 2 (Apeldoorn: De Banier 2010) ISBN 9789033609459;
192 blz.; € 9,95.

 

—————————